Jezus Christus is het Hoofd van Zijn Lichaam. Beter bekend als Zijn gemeente. In Mattheus 16 gaf Jezus de belofte en de blueprint van de gemeente aan Zijn discipelen. Jezus maakte duidelijk op welk fundament de gemeente gebouwd zou worden. Ook maakte hij duidelijk wat voor gezag de gemeente zou hebben op aarde. Op welk fundament is de gemeente gebouwd?

Afbeelding: Petra (het Griekse woord voor de grote rots)

“Maar gij, wie zegt gij, dat Ik ben? Simon Petrus antwoordde en zei: Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God! Jezus antwoordde en zei: Zalig zijt gij, Simon Barjona, want vlees en bloed heeft u dat niet geopenbaard, maar Mijn Vader, die in de hemelen is. En Ik zeg u, dat gij Petrus zijt, en op deze petra zal Ik Mijn gemeente bouwen en de poorten van het dodenrijk zullen haar niet overweldigen. Ik zal u de sleutels geven van het Koninkrijk der hemelen. En al wat gij op aarde binden zult, zal gebonden zijn in de hemelen. En wat gij op aarde ontbinden zult, zal ontbonden zijn in de hemelen.” -Mattheüs 16:15-19 HSV

Jezus vroeg in dit gedeelte aan Zijn discipelen, wie zij dachten dat Hij was. Waarop Petrus antwoordde: “Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God!”. Jezus zei tot Petrus (zoon van Jona), dat hij gezegend was, omdat vlees en bloed, oftewel een mens, hem dat niet had geopenbaard, maar Zijn Vader, die in de hemelen is. Want Jezus zei:

“Ik dank U, Vader, Heer des hemels en der aarde, dat Gij deze dingen voor wijzen en verstandige verborgen hebt, doch aan jonge kinderen geopenbaard.” -Mattheüs 11:25 HSV

De Rots

Op deze rots zal Ik Mijn gemeente bouwen. In Mattheüs 16:15-19 worden er 2 verschillende Griekse woorden gebruikt voor het woord “rots”. Dit zijn ‘petros’ en ‘petra’. Petros betekent een stukje van het grote rotsblok. Petra betekent de grote rotsblok. En met petra bedoelt Jezus niet Petrus maar Zichzelf als de Rots op wie de gemeente wordt gebouwd. Net zoals Petrus bevestigde, wie Jezus was, bevestigde Jezus wie Petrus was en dat Hij op deze petra, deze rots, Zijn gemeente zou bouwen”. Dit hield in, dat Jezus Zijn gemeente zou bouwen op de openbaring van Petrus: dat Jezus de Christus is; de Zoon van de levende God.

Jezus liet Zijn gemeente niet bouwen op de kennis en wijsheid van geleerde mensen; Farizeeën en Sadduceeën. Ook liet Hij Zijn gemeente niet bouwen door priesters en de hogepriester. Integendeel, Jezus zou Zijn gemeente bouwen op de openbaring die een visser (Petrus) heeft gekregen. Hij gaf aan Petrus, de visser, de belofte, dat Hij Zijn gemeente op de openbaring zou bouwen. En deze belofte, die Jezus aan Petrus gaf, werd vervuld op de Pinksterdag. Op de dag van Pinksteren werden de overgebleven trouwe 120 volgelingen van Jezus vervuld met de Heilige Geest.

De Heilige Geest

“Ineens kwam er uit de hemel een geluid, alsof er een storm opstak. Het was in het hele huis te horen.
Zij zagen iets dat op tongen van vuur leek, vlammen die zich boven ieder van hen verspreidden. Zij werden allemaal vervuld van de Heilige Geest en begonnen in vreemde talen te spreken: woorden die de Heilige Geest hun ingaf.” -Handelingen 2:2-4 HTB

De komst van de Heilige Geest kwam op het juiste tijdstip. Want op dat moment waren de Joodse mannen uit alle volken bijeen gekomen in Jeruzalem. Deze vrome mannen hoorden de 120 in hun eigen taal over de grote daden van God spreken. Zij waren met de zaak verlegen en wisten niet goed wat zij hiervan moesten denken. Sommigen dreven zelfs de spot met het gedrag van de discipelen door te zeggen dat zij teveel zoete wijn hadden gedronken en daardoor dronken waren.

Het getuigenis van Petrus aan de Joden

Maar toen gebeurde het, dat de belofte, die Jezus aan Petrus had gegeven, in vervulling ging. Petrus, die zich voor Jezus had geschaamd en Hem 3x verloochend had, toen hij nog de oude schepping was, was door de doop met de Heilige Geest een nieuwe schepping geworden en dat werd duidelijk zichtbaar. Tussen al die mensen stond Petrus met de elven op. Hij verhief zijn stem en getuigde als eerste, openlijk en in vrijmoedigheid van Jezus de Christus; de Zoon van de levende God.

Petrus getuigde van de vervulling van de belofte, die God aan de profeet Joël had gegeven. Petrus getuigde van Jezus de Christus, de Zoon van de levende God. Hij getuigde van Zijn wandel, sterven, opstanding en hoe Hij door de rechterhand Gods verhoogd is en de belofte van de Heilige Geest van de Vader ontvangen heeft en uitgestort heeft, zoals zij dit zagen en hoorden.

Petrus sprak tot de Joodse mannen, hoe God Hem, die zij gekruisigd hadden, tot Heere en tot Christus gemaakt had. Op het getuigenis van Petrus en de kracht van de Heilige Geest werden zij diep in hun hart getroffen en vroegen wat zij moesten doen. Waarop Petrus antwoordde:

“Bekeert u, laat u dopen op de Naam van Jezus Christus, tot vergeving van uw zonden, en gij zult de gave van de Heilige Geest ontvangen.” -Handelingen 2:37-38 HSV

Het getuigenis van Petrus aan de heidenen

Petrus was de eerste apostel, die een openbaring van God ontving, dat het heil ook bedoeld was voor de heidenen; diegene, die niet tot de Joodse volk behoorden. In gehoorzaamheid aan de Heilige Geest werd Petrus geïnstrueerd om mee te gaan naar het huis van Cornelius, die geen Jood was, maar een heiden.

Terwijl Petrus in het huis van Cornelius, getuigde van Jezus de Christus; Zoon van de levende God, viel de Heilige Geest op allen, die het woord hoorden. Zij begonnen in tongen te spreken en maakten God groot. Nu dat Petrus had gezien dat de Heilige Geest over de niet-Joden oftewel de heidenen was uitgestort, zag hij geen reden om hen niet te dopen. Dus doopte hij hen in de Naam van Jezus Christus (Hand 11). En zo had God ook de heidenen de bekering ten leven geschonken. Het heil was tot de heidenen gekomen via het getuigenis van Petrus.

De eerste getuigenis

Petrus was de eerste apostel, die getuigde van het nieuwe verbond in Jezus Christus; Zoon van de levende God en opende de deur voor de verkondiging van het evangelie van Jezus Christus. Hij getuigde als eerste voor de Joden en vervolgens getuigde hij als eerste voor de heidenen.

Dat was het getuigenis en dat is nog steeds het getuigenis, waarop Jezus Christus Zijn gemeente bouwt. Jezus Christus is de Hoeksteen van Zijn gemeente en zolang wij blijven getuigen van Hem en trouw blijven aan Hem en Zijn woorden, zal Hij de Hoeksteen van Zijn gemeente blijven.

“Zo bent u dan niet meer vreemdelingen en bijwoners, maar medeburgers van de heiligen en huisgenoten van God, gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, waarvan Jezus Christus Zelf de hoeksteen is, en op Wie het hele gebouw, goed samengevoegd, verrijst tot een heilige tempel in de Heere; op Wie ook u mede gebouwd wordt tot een woning van God, in de Geest.” -Efeziërs 2:19-22 HSV

Het getuigenis van Jezus Christus

De gemeente is dus gesticht op het fundament van het getuigenis dat Jezus de Christus is, de Zoon van de levende God. Alleen op dit getuigenis, zal Jezus Zijn gemeente bouwen. Nog steeds bouwt Jezus Zijn gemeente op deze openbaring. Wat betekent, dat Hij niet Zijn gemeente sticht op de theologie en de wereldse kennis en wijsheid van mensen (wetenschap). Een gemeente; een verzameling van gelovigen, kan veel hoofdkennis van de Bijbel bezitten, maar geestelijk onwetend en dood zijn.

Het Koninkrijk van God is een geestelijk Koninkrijk en kan niet met het natuurlijke oog gezien worden, laat staan dat dit door de oude mens; de vleselijke mens, die geleid wordt door zijn zintuigen, gevoelens, emoties, denken, intellect etc. verkondigd en gebracht kan worden op de aarde. Theologen en leiders van de gemeente kunnen een grote (wetenschappelijke) kennis van de Bijbel hebben en mooie woorden spreken, maar daarmee bouw je geen gemeente. Hoe meer natuurlijke middelen er gebruikt worden om mensen te winnen, te behagen en te behouden in een gemeente, des te sneller zal Jezus Zijn handen aftrekken van de gemeente.

Alléén Jezus Christus is de Bouwer van Zijn gemeente en Hij gebruikt mensen, die in Hem geloven en die bereid zijn om hun eigen leven af te leggen en dagelijks hun kruis op zich te nemen en Jezus te volgen. Het oppakken van jouw kruis betekent dat je de situatie(s) die zich voordoen in jouw leven met volharding doorstaat. Er is geen beloning zonder volharding. Jezus had de kruisiging doorstaan omdat hij wist wat de beloning zal zijn. Mensen, die vervuld zijn met de Heilige Geest en die Jezus; het Woord belijden en vertegenwoordigen in hun leven en Zijn getuigen zijn en blijven.

Leave a comment

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *